Pauline Westendorp

vr 22 mei 2020 12:28
Conclusies van het OFL onderzoek:

Resultaten
Uit de onderzoeken is gebleken dat in de beslissing om hun woning wel of niet aardgasvrij te maken zowel directe/praktische overwegingen als diepere overwegingen meespelen. Een uitgebreide toelichting hiervan is opgenomen in de rapporten van de verschillende opdrachtnemers. De volgende directe/praktische overwegingen spelen een rol bij bewoners bij het wel of niet aardgasvrij maken van hun woning:
 Comfortverhoging en voordelen voor de gezondheid zijn belangrijke stimuli.
 De investeringskosten spelen een belangrijke rol in de overweging. Door verschillende
bewoners wordt dit als belangrijkste drempel ervaren. De kosten die gemaakt worden om de gasleiding af te sluiten worden als demotiverend ervaren. Huurders ervaren beperkte subsidiemogelijkheden en afhankelijkheid van de woningbouwcorporatie als drempel.
 Het terugverdienen van de investering. Op zichzelf is dit een belangrijke overweging om een woning aardgasvrij te maken. Een probleem is echter dat meestal niet eenvoudig en/of duidelijk kan worden bepaald hoeveel en hoe snel de energiekosten dalen.
 De bij de bewoners aanwezige kennis en/of weten waar deze te vinden is. Dit gaat over de:
o technische kennis, bijvoorbeeld over welke alternatieve warmtebron geschikt is;
OIM | Bewonerservaringen aardgasvrij - 2
2

o financiële kennis, bijvoorbeeld over welke mate bepaalde subsidies van toepassing zijn op de persoonlijke situatie. Veel mensen willen hun terugverdientijd te kunnen berekenen;
o kennis over de visie, beleid en uitvoering over aardgasvrij wonen van de overheid;
 Tot slot speelt timing mee, wanneer bijvoorbeeld de cv-ketel bijna afgeschreven is of een verbouwing gepland is. Mensen willen eerst weten wat de plannen zijn rondom aardgasvrij wonen vanuit de gemeente waarin zij wonen, omdat zij bang zijn om subsidie mis te lopen, of op een andere manier ‘gestraft’ worden, omdat zij voorlopen.
Voor een grote meerderheid van de bewoners spelen ook diepere overwegingen een rol in het starten en volhouden van het proces naar aardgasvrij wonen.
Deze overwegingen zijn:
 Het willen ‘redden van de planeet’, het zuinig zijn op je leefomgeving, het rentmeesterschap. Deze redenen kunnen zowel uit eigen beweging zijn ontstaan of als sociale norm of sociale plicht door de omgeving zijn ‘opgelegd’. Gevoelde normen en plichten hoeven niet altijd door de directe omgeving of door een recente gebeurtenis te zijn ‘opgelegd’. Zo werden zowel ‘de negatieve gevolgen van de Groningse gaswinning’ als ‘Tsjernobyl’ genoemd als drijfveren;
 Een ander, meer dan eens genoemde, drijfveer was de interesse voor nieuwe technologie en vernieuwend willen zijn;
 Een weer andere achterliggende overweging, vooral bij ouderen, was melancholisch: het afscheid moeten nemen van de oude gaskachel (‘gezellige blauwe vlammetjes’) met een jarenlange staat van dienst;
 Indien mensen hun huis verduurzaamd hebben, dan blijken er, achteraf, nog een aantal onderliggende redenen te zijn ontstaan:
o Het blijkt dat de trots op de prestatie die ze hebben geleverd met het verduurzamen en aardgasvrij maken van hun huis, ook een reden is om het nogmaals te doen;
o Vermoed wordt dat ook de zichtbaarheid van zonnepanelen op een dak ook bijdraagt aan de (ervaren) status van bewoners.

Daarnaast worden mensen geïnspireerd door voorbeelden in de buurt.

In het maken van een beslissing over het aardgasvrij maken van je woning spelen verschillende factoren een rol. Zowel dieperliggend overwegingen als praktische overwegingen op gebied van financiering, comfort, timing en beschikbare kennis spelen een rol.

Voor velen is duurzaam wonen meer is dan (alleen) aardgasvrij wonen; bewoners houden zich ook bezig met bijvoorbeeld isolatie, circulair bouwen, zonnepanelen en regenwateropvang.

Het begrip en de uitwerking van empowerment kan specifieker inzicht geven in hoe bewoners het beste ondersteund kunnen worden in het aardgasvrij maken van hun woning.

Voor uitleg over het begrip empowerment wordt verwezen naar de bijlage 5 van het rapport van Oranje Energie.

ondersteuning verschilt per situatie; het is onder meer afhankelijk van de woonsituatie, de technische situatie en kennis van de bewoners. Zo kan het empowerment van bewoners van een rijtjeshuis of flatwoning vergroot worden door te investeren in collectiviteit en onderlinge samenwerkingsverbanden. Ook bewoners die al veel middelen hebben (kennis, financiële middelen en netwerken) hebben ondersteuning nodig want willen en kunnen is nog geen ‘doen’.

Het OFL wil het begrip ‘empowerment’ verder ontwikkelen en beter praktisch toepasbaar maken.

Daarmee kan wellicht de keuze voor het juiste type samenwerking tussen onder meer gemeenten en bewoners, en tussen bewoners onderling, beter en sneller worden gemaakt.